Fiery JobMaster-Fiery Impose-Fiery Compose

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

Drukkerstekens instellen in Fiery Impose

In Fiery Impose kunt u drukkerstekens instellen. U kunt ook tekens en afzonderlijke elementen van het taaklabel in- of uitschakelen.

  • Gebruik drukkerstekens om snijtekens, vouwlijnen en taakgegevens toe te voegen aan alle vellen in een taak. Met de optie Drukkerstekens worden de tekens overal binnen een taak ingeschakeld. In opmaakmodellen worden alleen de relevante drukkerstekens weergegeven. Als het in het opmaakmodel niet vereist is dat het vel wordt gevouwen, worden vouwlijnen niet weergegeven, zelfs als u deze hebt geselecteerd.

  • Gebruik het dialoogvenster Tekens om snijtekens, vouwlijnen en de afzonderlijke elementen van het taaklabel in of uit te schakelen.

Opmerking: Drukkerstekens in de workflow met het afwerkformaat Door gebruiker gedefinieerd worden altijd uitgelijnd met de rand van het afwerkformaat.

Drukkerstekens definiëren

U kunt drukkerstekens instellen in het dialoogvenster Tekens.

  1. Klik in het deelvenster Instellingen op Definiëren om het dialoogvenster Tekens te openen.
  2. Gebruik de tabbladen Snijden, Vouwen, Taaklabel, Blanco tekst en Registratie en barcode om instellingen op te geven.
Opmerking: Het Taaklabel voor VDP-taken toont andere informatie dan voor niet-VDP-taken.

Snijtekens instellen

Gebruik het tabblad Afsnijden om snijtekens in te stellen.

  1. Klik op het tabblad Afsnijden.
  2. Schakel het selectievakje Snijtekens afdrukken in.
  3. Kies een van de volgende mogelijkheden:
    • Geef de horizontale en verticale lengte van de tekens op, van 1 tot 216 punten.

    • Stel stippellijn of ononderbroken lijn in voor het type snijtekens.

    • Stel de breedte van de snijtekens in, van 1/4 tot 3 punten.

    • Stel de kleur in.

    • Typ in de velden Horizontale en Verticale verschuiving waarden van -72 tot +72 punten, -1,0 tot 1,0 inch of -25,4 tot 25,4 mm.

  4. Als u een specifiek teken wilt in- of uitschakelen, drukt u op de Ctrl-toets (in Windows) of de Cmd-toets (in Mac OS X) en klikt u op het teken in het venster Fiery Impose.

    Een "X" geeft aan dat een teken is uitgeschakeld.

Vouwlijnen instellen

Op het tabblad Vouwen kunt u de lengte en de weergave van vouwlijnen instellen en specifieke lijnen uitschakelen.

  1. Klik in het dialoogvenster Tekens op het tabblad Vouwen.
  2. Schakel het selectievakje Vouwlijnen afdrukken in.
  3. Kies een van de volgende mogelijkheden:
    • Stel de horizontale en verticale lengte van de tekens in, van 1 tot 216 punten.

    • Geef het Lijntype van de vouwlijnen op, stippellijn of ononderbroken lijn.

    • Stel de Lijnbreedte van de vouwlijnen in, van 1/4 tot 3 punten.

    • Stel de Lijnkleur in.

  4. Als u een specifiek teken wilt in- of uitschakelen, drukt u op de Ctrl-toets (in Windows) of de Cmd-toets (in Mac OS X) en klikt u op het teken in het venster Fiery Impose.

    Een "X" geeft aan dat een teken is uitgeschakeld.

Taaklabelkenmerken instellen

Op het tabblad Taaklabel kunt u de inhoud en de plaats van het taaklabel instellen. (De inhoud van het taaklabel voor VDP-taken verschilt van die van niet-VDP-taken.)

  1. Klik op het tabblad Taaklabel.
  2. Klik op de selectievakjes (zoals Taaknaam en Velinfo) om de bijbehorende informatie weer te geven in het taaklabel.

    Velinfo voor standaardtaken is onder andere het velnummer en oppervlakte-informatie (voor/achter).

    Bij VDP-taken kunt u ook op het selectievakje Output sheet number (Nummer van uitgevoerd vel) klikken, dat het absoluut velnummer weergeeft. Als het totale aantal afgedrukte vellen 500 is, loopt het absolute velnummer van 1 tot 500.

  3. Klik op het gebied waar u het label wilt plaatsen.
  4. Klik op Horizontaal of Verticaal om te bepalen of het taaklabel horizontaal of verticaal op het vel wordt geplaatst.
  5. Voer desgewenst X- en Y-waarden voor verschuiving in.

    De verschuiving wordt vanaf het punt van oorsprong gemeten.

Tekst op blanco pagina's instellen

Gebruik het tabblad Tekst blanco pagina om in te stellen welke tekst moet worden weergegeven op impliciete blanco pagina's.

  1. Klik op het tabblad Tekst blanco pagina.
  2. Voer de tekst in die moet worden weergegeven op impliciete blanco pagina's.
  3. Selecteer Tekst blanco pagina afdrukken.

Registratietekens en barcode instellen in Fiery Impose

Uw ingeslagen opmaak kan een registratieteken, een barcode of beide bevatten. Deze opties maken automatische afwijkingscompensatie en machine-instellingen voor de afzonderlijke Duplo-afwerkeenheid mogelijk.

De positie van het registratieteken bepaalt de invoerrand van het vel. Bij de Duplo-afwerkeenheid moet het teken zich immers rechts van de invoerrand van het bovenoppervlak van het vel bevinden.

  1. Klik in het dialoogvenster Tekens op het tabblad Registratieteken en barcode.
  2. Klik op een van de volgende opties in het veld Afdrukken:
    • Niet afdrukken, de standaardinstelling

    • Alleen registratieteken

    • Alleen barcode

    • Registratieteken en barcode

  3. Als u Alleen registratieteken hebt geselecteerd, moet u de volgende instellingen opgeven:
    • Positie: de plaats van het registratieteken op het vel.

    • Lengte van teken en Breedte van teken: het instelbereik voor de lengte is 5 tot 10 mm. Het instelbereik voor de breedte is 0,4 tot 1,6 mm.

    • Verschuiving van teken: de verticale en horizontale verschuiving van de tekenpositie. De standaardwaarde voor zowel de invoerrand als de rechterrand is 5 mm. Het instelbereik is 3 tot 15 mm voor beide.

    • Verschuiving van opmaak: de afstand waarmee de opmaak moet worden verschoven ten opzichte van de invoerrand van het vel om plaats te maken voor het registratieteken en de barcode. Het instelbereik is 0 tot 30 mm.

  4. Als u Alleen barcode hebt geselecteerd, moet u de volgende instellingen opgeven:
    • Positie: de plaats van de barcode op het vel.

    • Type barcode: het lettertype van de barcode.

    • Barcodetekst: een getal van 2 cijfers van 01 t/m 80.

    • Tekst afdrukken: drukt de numerieke weergave van de barcode af op het vel.

    • Verschuiving van teken: de verticale en horizontale verschuiving van de barcodepositie. De standaardwaarde voor de invoerrand is 5 mm en het instelbereik is 3 tot 15 mm. De standaardwaarde voor de rechterrand is 25 mm en het instelbereik is 25 mm tot 42 mm.

    • Verschuiving van opmaak: de afstand waarmee de opmaak moet worden verschoven ten opzichte van de invoerrand van het vel om plaats te maken voor het registratieteken en de barcode. Het instelbereik is 0 tot 30 mm.

  5. Als u Registratieteken en barcode hebt geselecteerd, moet u de instellingen in het deelvenster Registratie opgeven zoals beschreven in stap 3.

    De instellingen gelden zowel voor het registratieteken als voor de barcode. Geef in het deelvenster Barcode de tekst op en geef aan of hij moet worden afgedrukt.

  6. Selecteer desgewenst Tekens alleen op voorzijde afdrukken.
Gebruiksrechtovereenkomst