Fiery JobFlow

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

Workflows maken

Een gebruiker maakt een workflow door modules toe te voegen. De modules Invoerbronnen, Converteren en Uitvoer worden automatisch toegevoegd aan de workflow.

U kunt ook de modules Connect, Fiery Preflight, Preflight, Image Enhance, Impose, Correct en Approve toevoegen. Raadpleeg Info over modules voor informatie.

U kunt een workflow bewerken door afzonderlijke modules in de workflow te bewerken of door de volgorde van de modules te wijzigen.

  1. Klik op het plusteken naast de koptekst Workflows op het tabblad Workflows.
  2. Typ een naam voor uw workflow.
  3. Klik op Maken.
  4. Klik op de knop Bewerken voor Input Sources en selecteer een locatie in de lijst.

    U kunt maximaal vier invoerbronnen toevoegen.

    De locaties waar uw workflow wordt opgeslagen, worden weergegeven.

  5. Voeg de module Connect toe na Invoerbronnen om systeemeigen taken te converteren naar een indeling die door Fiery JobFlow wordt ondersteund door middel van een externe oplossing. Geef de parameters voor het script of de overdrachtmap op.
  6. Klik op het plusteken onder de module Converteren om de modules Fiery Preflight, Preflight, Image Enhance, Impose, Correct, Connect of Approve toe te voegen.

    Raadpleeg Instellingen voor Preflight, Instellingen voor Correct, Instellingen voor Impose, Instellingen voor Connect en Instellingen goedkeuren voor meer informatie.

  7. Geef voor elke module de instellingen op en klik op Opslaan.
  8. Selecteer in het deelvenster Uitvoer een Fiery-server, een Dropbox-account of een SMB- of (s)FTP-locatie.

    Als u een Fiery-server hebt geselecteerd, selecteert u een voorkeuze en klikt u op Opslaan.

  9. Als optionele stap kunt u regels aan elke module toevoegen om een specifieke actie te initiëren op basis van de taakstatus (geslaagd of mislukt). De beschikbare regels zijn Taak archiveren, E-mail verzenden, Taak verplaatsen, Taak kopiëren en Script uitvoeren. Als u een regel wilt instellen, klikt u op Toevoegen, stelt u de trigger (Als) en de bijbehorende actie (Dan) in en klikt u op Opslaan.
  10. Klik op het tabblad Workflows op de naam van de workflow om het bewerkvenster te openen. Vervolgens kunt u een module selecteren en op het pictogram Bewerken of Verwijderen klikken.
  11. Als u de volgorde van de modules in de workflow wilt wijzigen, selecteert u een module in het rechterdeelvenster van het bewerkingsvenster en sleept u deze naar de gewenste nieuwe locatie.
Gebruiksrechtovereenkomst