Fiery XF 7.1

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

Visuele hulpmiddelen

Visuele hulpmiddelen zijn beschikbaar om Job Editor te helpen bij de uitlijning van taken op het vel.

Visuele hulpmiddelen zijn alleen zichtbaar in het voorbeeldvenster. Ze worden niet afgedrukt bij de taak. De volgende visuele hulpmiddelen zijn beschikbaar:

  • Linialen: hiermee ziet u linialen langs de boven- en linkerrand van het afdrukvoorbeeld.

  • Hulplijnen: dit zijn niet-afdrukbare lijnen. U kunt magnetische uitlijning activeren voor hulplijnen en ze vergrendelen op hun huidige positie.

  • Raster: hiermee worden horizontale en verticale lijnen weergegeven die niet worden afgedrukt. De rasterafstand is vast maar wordt automatisch aangepast op basis van de geselecteerde zoomfactor. Als u magnetische uitlijning inschakelt, worden taken in de buurt uitgelijnd op het raster.

  • Markeringen: hiermee verbergt u bijsnijdmarkeringen of snijmarkeringen. De positie van de taak op het vel verandert niet.

  • Paginakader: hiermee geeft u een zwarte rand weer rond elke taak. Dit helpt u om te zien of een taak rondom witruimte heeft die andere taken in een nesting overlapt.

  • Overlapt: weergave van taken die de rand van het vel of andere taken overlappen. Overlappende taken worden weergegeven met een rode rand.

  • Marges vel: hiermee worden de niet-afdrukbare marges weergegeven zoals gedefinieerd door de firmware van de printer. Door te zorgen dat taken binnen de niet-afdrukbare marges vallen, kunt u ongewenst bijsnijden voorkomen in de afdruk.

Maateenheden wijzigen

U kunt de maateenheden die in Job Editor worden weergegeven tijdelijk wijzigen. Wanneer u het venster sluit, gaat Job Editor terug naar de maateenheid die is geselecteerd voor Command WorkStation.

Kies een van de volgende mogelijkheden:
  • Klik op Edit > Measurement Unit (Bewerken > Maateenheden) en klik op een item.

  • Klik met de rechtermuisknop op een willekeurige plaats op de liniaal en klik op een item.

Inzoomen

Als u het afdrukvoorbeeld van een taak vergroot, kunt u nauwkeuriger wijzigingen aanbrengen.

Telkens wanneer u inzoomt, neemt de grootte van het voorbeeld toe met 100%.

Kies een van de volgende mogelijkheden:
  • Selecteer op de werkbalk de functie Inzoomen op taak en klik op het gebied van de taak, dat u wilt vergroten.

  • Klik op Weergave > Inzoomen.

  • Typ in de onderste werkbalk een zoomfactor in het invoervak of verplaats de schuifbalk. Deze zoominstellingen schalen het afdrukvoorbeeld in verhouding tot het voorbeeldvenster.

Magnetische uitlijning inschakelen

U kunt enkele visuele hulpmiddelen een magnetische eigenschap geven, waardoor nabije taken erop worden uitgelijnd. U kunt magnetisch uitlijnen in- of uitschakelen voor rasters of hulplijnen. In nestings kunt u ook objecten op elkaar uitlijnen.

Klik op Weergave > Vastmaken aan en klik vervolgens op een item.

Liniaalcoördinaten instellen

Standaard bevinden de coördinaten 0, 0 zich in de linkerbovenhoek van het vel. U kunt de coördinaten 0, 0 verplaatsen, bijvoorbeeld naar de hoek van een taak.

Sleep de aanwijzer vanaf de linkerbovenhoek van het liniaal naar de gewenste positie.

U kunt de coördinaten 0, 0 resetten door te dubbelklikken op het kruisingsgebied van de linialen.

Werken met hulplijnen

Hulplijnen zijn niet-afdrukbare lijnen waarmee u taken op exacte coördinaten op het vel kunt plaatsen. U kunt de hulplijnen vergrendelen op hun huidige positie.

Kies een van de volgende mogelijkheden:
  • Maak een hulplijn: Sleep de aanwijzer van de horizontale of verticale liniaal.

  • Een hulplijn verplaatsen: de hulplijn naar een nieuwe positie slepen.

  • Sleep horizontale hulplijnen naar de horizontale liniaal en verticale hulplijnen naar de verticale liniaal.

Visuele hulpmiddelen weergeven

U kunt visuele hulpmiddelen weergeven of verbergen in het voorbeeldvenster.

Klik op Weergave > Visuele hulpmiddelen en klik vervolgens op een item.
Gebruiksrechtovereenkomst